Iedere dag analyseren en duiden KNMI meteorologen de uitkomsten van de Hirlam- ECMWF- en Harmonie-weermodellen. Hieronder leest u hun bevindingen, bijzonder leerzaam materiaal voor wie meer wil begrijpen van het weer op de kaarten en in de grafieken.
Korte termijn tot +48 uur | Guidance meerdaagse modelbeoordeling
Synoptische situatie
Een lagedrukgebied ligt vrijwel stationair ten westen van Ierland. Een krachtige zuidelijke stroming voert continentale lucht aan. De bijbehorende warmtefrontocclusie bereikt (aan de grond) in de loop van de nacht het zuidwesten van de FIR. Deze occlusie trekt noordoostwaarts, vertraagt aan de grond boven land en verlaat het noordoosten aan het begin van de avond. Op enige hoogte (850 hPa) passeert de occlusie vannacht al. Na passage van dit front komen we in zachtere en vochtigere lucht (theta-w 925 hPa= 8°C). Verder passeert gedurende de dag een brede NW-ZO georiënteerde hoogtetrog. Aan het begin van de avond zien we vervolgens op geringere hoogte een trog passeren waarna de stroming zuidwestelijk wordt. Zondagochtend en in het begin van de middag passeert er een ZO-NW georiënteerde hoogterug. Boven de Britse Eilanden ontstaat er een secundair lagedrukgebied. Dit laag trekt naar het midden van de Noordzee. Aan het einde van zondagmiddag bereikt het bijbehorende WNW-OZO georiënteerde warmtefront het zuidwesten van de FIR. Dit warmtefront trekt noordoostwaarts en verlaat in de nacht naar maandag het noordoosten. Hierachter wordt met een krachtige zuidwestelijke stroming bijzonder zachte lucht (theta-w 925 hPa = 12-13°C) aangevoerd.
Modelbeoordeling
De neerslag bij de warmtefrontocclusie komt in beide modeluitvoer overeen. Har43 heeft echter beduidend slechtere wolkencondities, met op uitgebreide schaal St. Dit zien we momenteel ook al op het zuidwesten van de Noordzee, dus dit lijkt realistisch. Een wolkenbasis <500 vt is ook niet helemaal uit te sluiten aan de lijzijde van het IJsselmeer en in het Waddengebied door het koude water. Verder is Har43 met name in het noordoosten beduidend trager met het doorkomen van de warmtefrontocclusie. Dit zien we aan het trager oplopen van de temperatuur. Gezien de harde wind en de steeds onstabielere opbouw in de loop van de middag is het waarschijnlijk dat Har43 de menging enigszins onderschat. EC is echter hiermee mogelijk iets te snel gezien de zuidelijke stroming (lange aanvoer over het relatief koude continent), maar we gebruiken deze uitvoer wel als leidraad voor de temperatuur. Na passage van de warmtefrontocclusie is met name dieper landinwaarts nog steeds (turbulentie) St mogelijk, al zien we vaak dat Har43 dit enigszins overschat. Bij de hoogtetrog zien we bij de buien de Har43 lightning flash density (LTFD) een signaal voor onweer geven. Dit is vaak overdreven. EC geeft echter helemaal geen signaal. Met name bij de trog in de loop van de middag en avond zien we de onstabiliteit wel sterk toenemen en is onweer niet uitgesloten. Momenteel zien we in het zuidwesten van Engeland ook al een enkele ontlading. Tijdens passage van de rug zien we in beide modellen het St signaal weer toenemen. In de Har43 uitvoer zien we dit op uitgebreidere schaal en is de basis ook lager (<500 vt). Dit zien we ook bij het warmtefront. Meestal onderschat EC de wolkenbasis (is enigszins te droog) en is dit in Har43 realistischer. Har43 komt ook met mist in het Waddengebied en aan de lijzijde van het IJsselmeer. Bij de rug staat weinig wind en is dit een aandachtspunt. In de warme sector na passage van het warmtefront staat er wel erg veel wind en is St met een lage basis waarschijnlijker. Verder is EC een paar uur vroeger met het doorkomen van het warmtefront (en het noordoostwaarts trekken van het secundaire lagedrukgebied) dan Har43.Aandachtspunten
Wind
Actueel zien we 8 Bft in de westelijke kustdistricten, dit is wat verder oostelijk dan in de modeluitvoer. Op zondagavond en in de nacht naar maandag opnieuw veel wind (zuidwest 7) en boven land in de warme sector in het kustgebied mogelijk zware windstoten. Hierin zien we timingsverschillen tussen EC en Har43 door verschillen in de passage van het secundaire laag met het warmtefront. Bij het laag zelf komt met name EC met (zware) westerstorm en (zeer) zware windstoten boven het (uiterste) noorden van de FIR.
Zicht
Over het algemeen goed zicht, mede door de harde wind. In neerslag is het zicht matig, met name boven land in motregen door opglijding van het front soms slecht. Bij de rug mogelijk nevel, kleine kans op mist, bij het IJsselmeer en in het Waddengebied. Bij het warmtefront weer matig tot slecht in motregen.
Temperatuur
Geleidelijk (zeer) zacht. Opvallend is dat EC de temperatuur met name in het noordoosten sneller laat oplopen (zie modelbeoordeling).
Bewolking
Door opglijding van warme lucht en doorvallende neerslag op steeds meer plaatsen St bij de warmtefrontocclusie, aan de lijzijde van het IJsselmeer en in het Waddengebied mogelijk basis <500 vt. Na passage van het grondfront kan dieper landinwaarts weer turbulentiestratus ontstaan. Bij de rug met name boven land waarschijnlijk op steeds meer plaatsen St, kleine kans op mist bij het IJsselmeer en in het Waddengebied. Bij het warmtefront op uitgebreide schaal St, dieper in de warme sector weer oplopende wolkenbasis. Bij de fronten gelaagde bewolking en bij de hoogtetrog convectieve bewolking (Cb, toppen FL250-FL300), boven land waarschijnlijk vanaf ongeveer halverwege de middag. Op nadering van de rug, tot aan de rugas neemt de onstabiliteitsdiepte af (Tcu).
Neerslag
Bij de occlusie en het warmtefront regen en motregen. Bij de hoogtetrog enkele buien (multicell), in de middag en avond meer geclusterd. De CAPE is boven land marginaal (200-400 J/kg) en boven zee rond 500 J/kg. Effectieve schering ligt rond 20 kn. Op nadering van de rug neemt de buienactiviteit af.
Synoptische ontwikkeling
Een grootschalig lagedrukgebied boven de oceaan houdt een zuidwestelijke stroming in stand. Hiermee wordt zeer zachte lucht over onze omgeving aangevoerd. Een randstoring ligt boven het midden van de Noordzee. Het koufront ligt boven het uiterste oosten en trekt noordoostwaarts. Een nieuw lagedrukgebied vormt nabij de Azoren en trekt ten noordwesten van Ierland noordoostwaarts. Het bijbehorende warmtefront passeert in de nacht naar dinsdag en dinsdagochtend, waarna we in bijzonder zachte (maritiem tropische) lucht terecht komen. In de nacht naar woensdag komt vervolgens het koufront door. Hierachter voert een zuidwestelijke stroming nog steeds zachte lucht aan. Woensdag trekt vervolgens het laag over het noorden van de Noordzee oostwaarts, en komen we meer onder invloed van een hogedrukgebied dat van het zuidwesten uit naar Frankrijk en Duitsland trekt. Dit hoog trekt langzaam naar het oosten van Europa, waardoor we vanaf het weekend van 13 en 14 december geleidelijk onder de invloed van een nieuw lagedrukgebied ten westen van de Britse Eilanden komen. De stroming blijft dan zuidwestelijk waardoor het waarschijnlijk aan de zachte kant blijft.
Modelbeoordeling en onzekerheden
Er is onzekerheid over de randstoring die in de nacht naar maandag en maandagochtend over de Noordzee noordoostwaarts trekt. Alle leden houden dit laag ruim ten noordwesten van ons land. Slechts 1 member, maar ook de operationele 18z run laten dit laag (met Shapiro Keyser-achtige kenmerken) boven de Noordzee extreem uitdiepen met ten zuiden van dit laag een kleinschalige (zware) storm. Tot en met woensdag hebben we te maken met een krachtige zuidwestelijke stroming met veel wind. De kans op zware windstoten is echter niet groot. In de loop van het weekend van 13-14 december komen we onder invloed van een lagedrukgebied op de oceaan. De operationele run is vanaf dan een van de natste members omdat in een sterke zonale stroming telkens nieuwe lagedrukgebieden vanaf de oceaan langs trekken. In het ensemble zien we voor zo'n strak zonaal scenario weinig steun. In de meeste leden is de depressieactiviteit beduidend minder, doordat een hogedrukgebied boven Oost-Europa de stroming enigszins blokkeert. Daarnaast zien we in ca. 1/3 van het ensemble grootschalige hogedruk boven onze omgeving, en/of een sterk meanderende westcirculatie. In enkele members ligt het hoog precies boven onze omgeving wat kouder weer oplevert.
Samenvatting meerdaagse-periode
Wisselvallig en bijzonder zacht. Met name in het noordwestelijk kustgebied vrij veel wind. Vanaf woensdag afnemende neerslagkansen (30-40%) en aanhoudend zacht, maar wel minder wind en af en toe zon.
Samenvatting EPS-periode
Het blijft zacht en de wisselvalligheid neemt toe.
Geldig van maandag 08 december tot zaterdag 20 december
Nederland
Windverwachting knopen
Windverwachting Beaufort
Windverwachting + luchtdruk
Waddenzee
Windverwachting knopen
Windverwachting Beaufort
Windverwachting + luchtdruk
IJsselmeer en Friese Meren
Windverwachting knopen
Windverwachting Beaufort
Windverwachting + luchtdruk
Zeeland
Windverwachting knopen
Windverwachting Beaufort
Windverwachting + luchtdruk